Lidwoord voor rassenhaat
1
de rassenhaat m
aanwijzend voornaamwoord
deze rassenhaat, die rassenhaat
dichtbij deze rassenhaat
verder weg die rassenhaat
betrekkelijk voornaamwoord
de rassenhaat die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun rassenhaat
onbepaald voornaamwoord
elke rassenhaat
buigings-e
de grote rassenhaat, een grote rassenhaat