Lidwoord voor reumatiek
1
de reumatiek v
aanwijzend voornaamwoord
deze reumatiek, die reumatiek
dichtbij deze reumatiek
verder weg die reumatiek
betrekkelijk voornaamwoord
de reumatiek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun reumatiek
onbepaald voornaamwoord
elke reumatiek
buigings-e
de grote reumatiek, een grote reumatiek