Lidwoord voor reumatoloog
1
de reumatoloog m
aanwijzend voornaamwoord
deze reumatoloog, die reumatoloog
dichtbij deze reumatoloog
verder weg die reumatoloog
betrekkelijk voornaamwoord
de reumatoloog die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun reumatoloog
onbepaald voornaamwoord
elke reumatoloog
buigings-e
de grote reumatoloog, een grote reumatoloog