Lidwoord voor schooldag
1
de schooldag m
aanwijzend voornaamwoord
deze schooldag, die schooldag
dichtbij deze schooldag
verder weg die schooldag
betrekkelijk voornaamwoord
de schooldag die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun schooldag
onbepaald voornaamwoord
elke schooldag
buigings-e
de grote schooldag, een grote schooldag