Lidwoord voor schoonheidsmiddel
1
het schoonheidsmiddel o
aanwijzend voornaamwoord
dit schoonheidsmiddel, dat schoonheidsmiddel
dichtbij dit schoonheidsmiddel
verder weg dat schoonheidsmiddel
betrekkelijk voornaamwoord
het schoonheidsmiddel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun schoonheidsmiddel
onbepaald voornaamwoord
elk schoonheidsmiddel
buigings-e
het grote schoonheidsmiddel, een groot schoonheidsmiddel