Lidwoord voor schoonheidssalon
1
het/de schoonheidssalon o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit schoonheidssalon, dat schoonheidssalon
dichtbij dit schoonheidssalon
verder weg dat schoonheidssalon
betrekkelijk voornaamwoord
het schoonheidssalon dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun schoonheidssalon
onbepaald voornaamwoord
elk schoonheidssalon
buigings-e
het grote schoonheidssalon, een groot schoonheidssalon
aanwijzend voornaamwoord
deze schoonheidssalon, die schoonheidssalon
dichtbij deze schoonheidssalon
verder weg die schoonheidssalon
betrekkelijk voornaamwoord
de schoonheidssalon die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun schoonheidssalon
onbepaald voornaamwoord
elke schoonheidssalon
buigings-e
de grote schoonheidssalon, een grote schoonheidssalon