Lidwoord voor solidariteitsbeginsel
1
het solidariteitsbeginsel o
aanwijzend voornaamwoord
dit solidariteitsbeginsel, dat solidariteitsbeginsel
dichtbij dit solidariteitsbeginsel
verder weg dat solidariteitsbeginsel
betrekkelijk voornaamwoord
het solidariteitsbeginsel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun solidariteitsbeginsel
onbepaald voornaamwoord
elk solidariteitsbeginsel
buigings-e
het grote solidariteitsbeginsel, een groot solidariteitsbeginsel