Lidwoord voor staalkaart
1
de staalkaart v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze staalkaart, die staalkaart
dichtbij deze staalkaart
verder weg die staalkaart
betrekkelijk voornaamwoord
de staalkaart die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun staalkaart
onbepaald voornaamwoord
elke staalkaart
buigings-e
de grote staalkaart, een grote staalkaart