Lidwoord voor substituut
1
de substituut m
plaatsvervanger
aanwijzend voornaamwoord
deze substituut, die substituut
dichtbij deze substituut
verder weg die substituut
betrekkelijk voornaamwoord
de substituut die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun substituut
onbepaald voornaamwoord
elke substituut
buigings-e
de grote substituut, een grote substituut
2
het substituut o
vervangingsmiddel
aanwijzend voornaamwoord
dit substituut, dat substituut
dichtbij dit substituut
verder weg dat substituut
betrekkelijk voornaamwoord
het substituut dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun substituut
onbepaald voornaamwoord
elk substituut
buigings-e
het grote substituut, een groot substituut