Lidwoord voor taks
1
de taks m
dashond
aanwijzend voornaamwoord
deze taks, die taks
dichtbij deze taks
verder weg die taks
betrekkelijk voornaamwoord
de taks die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun taks
onbepaald voornaamwoord
elke taks
buigings-e
de grote taks, een grote taks
2
de taks v(m)
heffing, hoeveelheid
aanwijzend voornaamwoord
deze taks, die taks
dichtbij deze taks
verder weg die taks
betrekkelijk voornaamwoord
de taks die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun taks
onbepaald voornaamwoord
elke taks
buigings-e
de grote taks, een grote taks