Lidwoord voor veiligheidsapparaat
1
het veiligheidsapparaat o
aanwijzend voornaamwoord
dit veiligheidsapparaat, dat veiligheidsapparaat
dichtbij dit veiligheidsapparaat
verder weg dat veiligheidsapparaat
betrekkelijk voornaamwoord
het veiligheidsapparaat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun veiligheidsapparaat
onbepaald voornaamwoord
elk veiligheidsapparaat
buigings-e
het grote veiligheidsapparaat, een groot veiligheidsapparaat