Lidwoord voor vijf
1
de vijf v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze vijf, die vijf
dichtbij deze vijf
verder weg die vijf
betrekkelijk voornaamwoord
de vijf die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vijf
onbepaald voornaamwoord
elke vijf
buigings-e
de grote vijf, een grote vijf