Lidwoord voor vraaggesprek
1
het vraaggesprek o
aanwijzend voornaamwoord
dit vraaggesprek, dat vraaggesprek
dichtbij dit vraaggesprek
verder weg dat vraaggesprek
betrekkelijk voornaamwoord
het vraaggesprek dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun vraaggesprek
onbepaald voornaamwoord
elk vraaggesprek
buigings-e
het grote vraaggesprek, een groot vraaggesprek