Lidwoord voor wassalon

1

het/de wassalon o+m

aanwijzend voornaamwoord
dit wassalon, dat wassalon

dichtbij dit wassalon

verder weg dat wassalon

betrekkelijk voornaamwoord
het wassalon dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun wassalon
onbepaald voornaamwoord
elk wassalon
buigings-e
het grote wassalon, een groot wassalon

aanwijzend voornaamwoord
deze wassalon, die wassalon

dichtbij deze wassalon

verder weg die wassalon

betrekkelijk voornaamwoord
de wassalon die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun wassalon
onbepaald voornaamwoord
elke wassalon
buigings-e
de grote wassalon, een grote wassalon

Woorden die lijken op wassalon