Lidwoord voor wetswinkel
1
de wetswinkel m
aanwijzend voornaamwoord
deze wetswinkel, die wetswinkel
dichtbij deze wetswinkel
verder weg die wetswinkel
betrekkelijk voornaamwoord
de wetswinkel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun wetswinkel
onbepaald voornaamwoord
elke wetswinkel
buigings-e
de grote wetswinkel, een grote wetswinkel