Lidwoord voor woningmarkt
1
de woningmarkt v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze woningmarkt, die woningmarkt
dichtbij deze woningmarkt
verder weg die woningmarkt
betrekkelijk voornaamwoord
de woningmarkt die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun woningmarkt
onbepaald voornaamwoord
elke woningmarkt
buigings-e
de grote woningmarkt, een grote woningmarkt