Lidwoord voor zeepbeleconomie
1
de zeepbeleconomie v
aanwijzend voornaamwoord
deze zeepbeleconomie, die zeepbeleconomie
dichtbij deze zeepbeleconomie
verder weg die zeepbeleconomie
betrekkelijk voornaamwoord
de zeepbeleconomie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zeepbeleconomie
onbepaald voornaamwoord
elke zeepbeleconomie
buigings-e
de grote zeepbeleconomie, een grote zeepbeleconomie