Lidwoord voor zondagskrant
1
de zondagskrant v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze zondagskrant, die zondagskrant
dichtbij deze zondagskrant
verder weg die zondagskrant
betrekkelijk voornaamwoord
de zondagskrant die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zondagskrant
onbepaald voornaamwoord
elke zondagskrant
buigings-e
de grote zondagskrant, een grote zondagskrant