Lidwoord voor arbeidscontract
1
het arbeidscontract o
aanwijzend voornaamwoord
dit arbeidscontract, dat arbeidscontract
dichtbij dit arbeidscontract
verder weg dat arbeidscontract
betrekkelijk voornaamwoord
het arbeidscontract dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun arbeidscontract
onbepaald voornaamwoord
elk arbeidscontract
buigings-e
het grote arbeidscontract, een groot arbeidscontract