Lidwoord voor engelenkoor

1

het engelenkoor o

aanwijzend voornaamwoord
dit engelenkoor, dat engelenkoor

dichtbij dit engelenkoor

verder weg dat engelenkoor

betrekkelijk voornaamwoord
het engelenkoor dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun engelenkoor
onbepaald voornaamwoord
elk engelenkoor
buigings-e
het grote engelenkoor, een groot engelenkoor

Woorden die lijken op engelenkoor