Lidwoord voor gedragsbiologie
1
de gedragsbiologie v
aanwijzend voornaamwoord
deze gedragsbiologie, die gedragsbiologie
dichtbij deze gedragsbiologie
verder weg die gedragsbiologie
betrekkelijk voornaamwoord
de gedragsbiologie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun gedragsbiologie
onbepaald voornaamwoord
elke gedragsbiologie
buigings-e
de grote gedragsbiologie, een grote gedragsbiologie