Lidwoord voor kerstnacht
1
de kerstnacht m
aanwijzend voornaamwoord
deze kerstnacht, die kerstnacht
dichtbij deze kerstnacht
verder weg die kerstnacht
betrekkelijk voornaamwoord
de kerstnacht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kerstnacht
onbepaald voornaamwoord
elke kerstnacht
buigings-e
de grote kerstnacht, een grote kerstnacht