Lidwoord voor loop
1
de loop m
baan, buis, evenement, verloop
aanwijzend voornaamwoord
deze loop, die loop
dichtbij deze loop
verder weg die loop
betrekkelijk voornaamwoord
de loop die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun loop
onbepaald voornaamwoord
elke loop
buigings-e
de grote loop, een grote loop
2
de loop m
herhaling, looping, storing
aanwijzend voornaamwoord
deze loop, die loop
dichtbij deze loop
verder weg die loop
betrekkelijk voornaamwoord
de loop die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun loop
onbepaald voornaamwoord
elke loop
buigings-e
de grote loop, een grote loop