Lidwoord voor paradijs
1
het paradijs o
aanwijzend voornaamwoord
dit paradijs, dat paradijs
dichtbij dit paradijs
verder weg dat paradijs
betrekkelijk voornaamwoord
het paradijs dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun paradijs
onbepaald voornaamwoord
elk paradijs
buigings-e
het grote paradijs, een groot paradijs