Lidwoord voor rookglas
1
het rookglas o
aanwijzend voornaamwoord
dit rookglas, dat rookglas
dichtbij dit rookglas
verder weg dat rookglas
betrekkelijk voornaamwoord
het rookglas dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun rookglas
onbepaald voornaamwoord
elk rookglas
buigings-e
het grote rookglas, een groot rookglas