Lidwoord voor windbuks
1
de windbuks v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze windbuks, die windbuks
dichtbij deze windbuks
verder weg die windbuks
betrekkelijk voornaamwoord
de windbuks die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun windbuks
onbepaald voornaamwoord
elke windbuks
buigings-e
de grote windbuks, een grote windbuks