Lidwoord voor herfstnachtevening
1
de herfstnachtevening v
aanwijzend voornaamwoord
deze herfstnachtevening, die herfstnachtevening
dichtbij deze herfstnachtevening
verder weg die herfstnachtevening
betrekkelijk voornaamwoord
de herfstnachtevening die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun herfstnachtevening
onbepaald voornaamwoord
elke herfstnachtevening
buigings-e
de grote herfstnachtevening, een grote herfstnachtevening