Lidwoord voor herfststorm
1
de herfststorm m
aanwijzend voornaamwoord
deze herfststorm, die herfststorm
dichtbij deze herfststorm
verder weg die herfststorm
betrekkelijk voornaamwoord
de herfststorm die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun herfststorm
onbepaald voornaamwoord
elke herfststorm
buigings-e
de grote herfststorm, een grote herfststorm