Lidwoord voor keel
1
het keel o
rood
aanwijzend voornaamwoord
dit keel, dat keel
dichtbij dit keel
verder weg dat keel
betrekkelijk voornaamwoord
het keel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun keel
onbepaald voornaamwoord
elk keel
buigings-e
het grote keel, een groot keel
2
de keel v(m)
lichaamsdeel
aanwijzend voornaamwoord
deze keel, die keel
dichtbij deze keel
verder weg die keel
betrekkelijk voornaamwoord
de keel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun keel
onbepaald voornaamwoord
elke keel
buigings-e
de grote keel, een grote keel