Lidwoord voor kerkscheuring
1
de kerkscheuring v
aanwijzend voornaamwoord
deze kerkscheuring, die kerkscheuring
dichtbij deze kerkscheuring
verder weg die kerkscheuring
betrekkelijk voornaamwoord
de kerkscheuring die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kerkscheuring
onbepaald voornaamwoord
elke kerkscheuring
buigings-e
de grote kerkscheuring, een grote kerkscheuring